9
oktober 1993: Reporter te fiets: Brand in Moskou
Reporter
te fiets: Brand in Moskou Zondagmiddag 3 oktober schijnt de
zon in Moskou. Sander Thoenes, een Nederlandse journalist,
die vloeiend Russisch spreekt en verslaggever van 'The Moscow
Times' is, fietst de stad in, langs de Moskwa en raakt verzeild
in een bezeten menigte die oprukt naar het Witte Huis. Als
het schieten begint, vindt hij nog net op tijd redding in
een schuilplaats. Op zijn voeten valt een man gewond neer.
Bij het Kremlin lijkt het bijna feest en maakt een cabaretier
de mensen aan het lachen. Een ooggetuiggenverslag.
Moskou
- Het is druk op de zonovergoten schildermarkt tegenover het
Gorkipark, rond het middaguur van 3 oktober. Toeristen kijken
vertwijfeld naar de kitscherige schilderijen, in het park
dendert de achtbaan. Bijna niemand merkt dat vijfhonderd meter
verderop een menigte van vijftienduizend mensen met rode vlaggen
komt aanmarcheren.
Als
honderd soldaten met bussen komen aanrijden en zich opstellen
op de brug over de rivier, vlak bij het park, reageren de
dagjesmensen enthousiast. Tuk op een relletje klimmen ze op
de leuningen van de bruggen om alles beter te zien. De soldaten
vormen een driedubbele linie.
De
menigte stopt even maar loopt dan verbeten door. De jonge
soldaten trekken wit weg en zetten zich schrap achter hun
schilden, maar binnen enkele seconden breken de demonstranten
al door de kordons en gooien met helmen naar de vluchtende
soldaten.
De
eerste overwinning geeft de demonstranten moed en ze trekken
juichend het centrum in, het leger met stenen en stokken voor
zich uit jagend. Waterkanonnen en traangas halen niets uit.
De
jongeren, vrijwel afwezig in eerdere demonstraties tegen president
Boris Jeltsin, rennen vooruit, zwaaiend met stokken en vlaggen
van verschillende partijen en extremistische bewegingen; omaatjes
schuifelen achter hen aan, scheldend op 'die jood Jeltsin'
en zijn 'bende'. De dagjesmensen lopen vrolijk mee, een fles
bier in de hand.
Zonder
veel tegenstand rukt de menigte op naar het Witte Huis. De
gewapende milities die sinds het begin van het beleg bij het
parlement hebben rondgemarcheerd voegen zich bij de demonstranten.
De mobiele eenheden en de soldaten staan alleen bij het kantoor
van de burgemeester, de Meria, en op de brug tegenover het
parlement. De weg naar het Witte Huis is vrij.
Met
buitgemaakte vrachtwagens rammen de demonstranten door een
barri¸re van vrachtwagens en prikkeldraad en het gros van
de mensen rent ongehinderd op het Witte Huis af. Een kleinere
groep, sommige met swastika's op de jassen, heeft het op de
Meria begrepen en rent op de soldaten af.
Dan
vallen de eerste schoten, zowel bij de ingang als bij het
Witte Huis. De fiets blijkt een handig vervoermiddel en binnen
enkele seconden ben ik buiten schot.
Als
het wat rustiger wordt, blijken er bij de Meria al doden te
zijn gevallen, maar de aanval is kennelijk afgeslagen. Bij
de achteruitgang wordt later een agent met een zware borstwond
afgevoerd naar een ambulance.
'Wat
een show,' mompelt een tiener die zich op een stuk beton bij
het parlement heeft opgesteld. Hoewel hij aan de kant van
Jeltsin staat, wil hij zich dit schouwspel niet laten ontgaan.
Het wemelt nog steeds van de dagjesmensen.
Drie
Nederlandse journalisten die elkaar bij de Meria tegenkomen,
kijken een beetje beduusd; op doden had niemand gerekend.
Een week tevoren, toen de parlementsleden nog in een pikdonker
Witte Huis bivakkeerden en om de haverklap aankondigden dat
nu de aanval toch echt zou beginnen, was het allemaal nog
zo'n farce geweest. Parlementsleden zaten nog giechelend met
gasmaskers op te vergaderen, om drie uur 's nachts. Ze deden
het tenslotten vooral omdat CNN erbij was.
Het
Witte Huis blijkt intussen een te gemakkelijk doelwit te zijn
geweest voor de demonstranten. Enkele duizenden van hen trekken
op naar de Meria en het Vredeshotel, waar soldaten die het
parlement hadden omsingeld, al dagen eten en uitrusten. Met
een buitgemaakte legervrachtwagen rammen demonstranten de
voordeur van de Meria in. De soldaten schieten terug, maar
zijn ver in de minderheid. In paniek slaan ze zich een weg
door de ruiten aan de achterkant van het gebouw, waar ik net
op adem sta te komen.
Een
kleine honderd soldaten van de Dzjerzjinski-divisie lopen
over naar de kant van Alexander Roetskoj, de vice-president
die door het parlement tot president is benoemd (en door CNN
inmiddels de surrogaat-president is gedoopt, Amerikaanse journalisten
houden van opschieten). Heel timide schuifden ze door de menigte
voor het Witte Huis. Ze lijken alleen overstag te zijn gegaan
om in leven te blijven. Verderop, in een steegje tegenover
de Amerikaanse ambassade, lopen dertig soldaten zonder wapens
of helmen met een vel papier als witte vlag. Een priester
begeleidt hen en overtuigt een groep demonstranten dat ze
de soldaten moeten laten gaan.
Op
de ringweg, een paar honderd meter verderop, verzamelen zich
verse legereenheden, zwaarder bewapend. Maar als Roetskoj
zijn milities oproept om de zendtoren te bezetten en een stuk
of tien vrachtwagens met joelende mannen de ringweg op te
rijden, houdt niemand ze tegen.
Met
de fiets kan ik de vrachtwagens net bijhouden. Toeterend en
zwabberend rijden ze over de bijna verlaten ringweg, de passagiers
dronken van hun overwinningen. Een uitnodiging van een van
hen om me aan zijn vrachtwagen vast te houden sla ik beleefd
af.
Binnen
enkele minuten haalt de stoet een paar legervrachtwagens en
gepansterde troepenvoertuigen in, vol zwaar bewapende soldaten.
Toeschouwers kijken verschrikt, denkend dat het leger is overgelopen,
maar de logge en zwaarbeladen voertuigen zijn juist op weg
om het televisiestation te verdedigen. De soldaten doen alsof
hun neus bloedt. Kennelijk hebben ze strenge orders om geweld
te vermijden.
Na
een dag racefietsen zonder eten of drinken heb ik geen energie
meer. Mijn flatje ligt op de route en is een welkome oase
van rust. Ik bel onze fotograaf van onze krant en tien minuten
later rijden we alweer naar de gebouwen en de zendtoren van
Ostankino, de belangrijkste zender voor radio en televisie
in de voormalige Sovjetunie.
De
milities van generaal Albert Makasjov, een gezette man op
leeftijd die het bevel voert, lijken het televisiegebouw te
hebben overgenomen, maar dat is schijn. 'Dit is bevrijd gebied
van de Sovjetunie,' roept hij voor de camera's, maar hij heeft
alleen de trap voor de ingang bevrijd. Binnen verschuilen
tientallen zwaar bewapende soldaten zich achter een berg stoelen.
Bij
een zijingang is het heel rustig, daar staan zes troepenvoertuigen.
Naast de hoofdingang staat een groep soldaten die zich achter
hun schilden muisstil houden. 'Vraag me alsjeblieft niks.
Ik ben misselijk,' smeekt een soldaat.
Als
het Makasjov duidelijk wordt dat hij dit gebouw niet zonder
zware verliezen kan innemen, steekt hij met een menigte de
straat over en stelt zich op bij de voordeur van het radiostation.
Binnen, halverwege de trap naar de eerste verdieping, zitten
tientallen soldaten gehurkt in de schaduw te wachten.
De
aanvallers proberen de strategie te herhalen die bij de Meria
succes had, en rammen met een vrachtwagen de voordeur. Maar
het plafond is te laag en de vrachtwagen moet zich terugtrekken.
Makasjov roept door een luidspreker dat de soldaten drie minuten
hebben om het gebouw te verlaten. Een tweede vrachtwagen ramt
de hal binnen.
Net
als bij het parlement zijn honderden toeschouwers komen opdagen
die ginnegappend tussen zwaar gestoorde en bewapende mannen
lopen. Een blond jochie van een jaar of tien schuifelt achter
mij aan. Ik smeek hem om naar huis te gaan of zich in ieder
geval achter een muurtje te verschuilen, maar hij heeft geen
idee van gevaar. Hij doet een paar stappen terug, maar kan
zijn nieuwsgierigheid niet in bedwang houden. Tieners dansen
op de hekken in de hoop de aandacht van de camera's te trekken.
Een bijna volle maan beschijnt het gezelschap.
Even
na halfacht gooit iemand een granaat de hal binnen, en dan
schieten de soldaten eindelijk terug. Salvo's slaan in op
de aanvallers en toeschouwers, die op hun vlucht de weg versperd
vinden door vrachtwagens. Ik had me een paar minuten tevoren
al teruggetrokken en vond na de eerste salvo's een schuilplaats
achter een betonnen gebouwtje aan de overkant van de straat.
Op
mijn trillende voeten voel ik opeens een hoofd. De man stond
vlak bij de ingang toen het schieten begon. Hij kreunt als
ik zijn trui omhoog trek en een warme laag bloed op zijn buik
vind. Iemand probeert de wond te verbinden, terwijl een vrouw
zijn hand vasthoudt en begint te zingen. Een toegeschoten
vrachtwagen voert hem af. Niemand lacht meer.
Schattingen
van het aantal doden lopen uiteen van achttien tot zestig.
Daar zijn in ieder geval twee cameramannen bij. Een soldaat
is door een granaat gedood, binnen ligt een videotechnicus.
Groepjes toeschouwers slepen lijken en gewonden van de straat.
Beschenen door lichtkogels wisseln de vechtende partijen salvo's.
Een sufferd fietst vlak langs het gebouw.
Als
ik mijn twee collegae vind, wordt ik naar het Kremlin gestuurd.
Opgelucht stap ik op een tein die vlak langs de zendtoren
loopt. Later hoor ik dat de uitgever van de Moscow Times ook
ter plekke was en twee kleine jongetjes gezond en wel naar
huis heeft gebracht. Misschien ook wel het jongetje dat niet
wou luisteren.
Bij
het stadhuis van het Kremlin, de burcht waarin Jeltsin zich
heeft verschanst, hebben zich een paar duizend mensen verzameld.
Ze hoorden op de radio dat na de zendtoren het stadhuis en
het Kremlin aan de beurt zijn en stromen toe om hun president
te verdedigen, of om weer iets leuks te zien. Bij het Kremlin
is de rest van de nacht geen vijand te zien, de soldaten in
het complex zelf houden zich gedekt in de torens en bij het
stadhuis wordt het bijna feest. Duizenden demonstranten maken
een rondtocht door het centrum op de trompetmuziek van 'When
the Saints Go Marching in', en 'Battlehymn of the Republic'.
Eerste
vice-premier Jegor Gaidar komt in zijn Mercedes aanrijden
en houdt redevoeringen bij het Kremlin en bij het stadhuis.
Hij zegt dat de aanval op de televisietoren al is afgeslagen,
maar dat is nogal voorbarig. Ook andere politici en artiesten
laten hun neus zien. Om halfvier 's ochtends slaagt een bekende
cabaretier er in de menigte bij het stadhuis aan het lachen
te krijgen.
Groepjes
warmen zich rond kampvuurtjes en scheppen op over hun heldendaden
tijdens de coup van 1991. Opa's puffen uit op bankjes die
voor de barricade zijn aangesleept. Jonkheer Charles Storm
van 's-Gravesande, militair attachˇ van de Nederlandse ambassade,
staat door zijn draagbare telefoon verslag uit te brengen.
Bij
een poort in het Kremlin zit Ivan Ijosifovitsj, een achtenvijftigjarige
veteraan van de coup van 1991. Toen heeft hij een gasmasker
bemachtigd dat hij nu trots laat zien. Hij vindt dat Jeltsin
veel te zacht met het parlement is omgesprongen. Ook Grigori
Zadonski houdt de wacht. Hij was in het parlement een van
de weinige voorstanders van Jeltsins hervormingen en is na
de ontbinding van het parlement door Jeltsin benoemd om een
arbeidsbureau voor werkeloze parlementsleden op te zetten.
Zadonski
spreekt de demonstranten moed in, maar is zelf niet echt optimistisch.
Zelfs als het leger het parlement bezet, zegt hij, kunnen
een paar op hol geslagen scherpschutters nog dagenlang bloedbaden
aanrichten in de stad. 'Het gevecht met hen zal nog moeilijk
worden,' vreest hij. De conservatieve provincieraden in het
land kunnen ook nog voor problemen zorgen.
Op
dit moment zijn er nog maar zo weining legereenheden in de
stad dat Zadonski en vele voorstanders van Jeltsin zich vertwijfeld
afvragen waar het leger nou toch blijft. 'Geef ons wapens!'
eisen de vechtersbazen, maar ze vinden weinig steun. Niemand
piekert erover om de zendtoren te ontzetten.
Om
vier uur houd ik het voor gezien, ik ga naar huis om een paar
uur te slapen. Ik word gewekt door klappen en spring mijn
bed uit. De Russische televisiezende zendt CNN uit en laat
zien dat het leger toch eindelijk is gekomen. Op The Moscow
Times wisselen journalisten wilde verhalen uit. Een verslaggever
is bij het Witte Huis beschoten, een ander is maandagochtend
in de brandende Meria vast komen te zitten. Toen het leger
binnenstormde, werd hij door soldaten beschoten, getrapt en
geslagen voordat ze beseften wie ze te pakken hadden en hem
lieten ontsnappen.
Scherpschutters
op de daken van enkele gebouwen rond het parlement en bij
ze zendtoren schieten weer, alweer, op honderden dagjesmensen.
Op de radio horen we dat ons gebouw beschoten wordt, maar
dat blijkt een andere uitgeverij te zijn. Bijna al onze buren,
meest communistische kranten die tot 1991 de elite van de
Sovjetjournalistiek uitmaakten, zijn door Jeltsin verboden.
Bij
zonsondergang is het alweer voorbij. Bijna. De leiders van
het parlement worden afgevoerd naar de Lefortovo gevangenis,
maar de beschietingen gaan door. Zadonski heeft gelijk gekregen.
In de ziekenhuizen kunnen de dokters het werk nog steeds niet
aan. Het Witte Huis, twee jaar geleden nog het symbool van
de democratie, is in vlammen gehuld.
|